Huurzekerheid
Een stad die huurders een zeker thuis biedt
Wonen is een basisbehoefte. Daarom zijn de rechten van huurders wettelijk beschermd. Een huurder met een huurcontract voor onbepaalde tijd kan nooit zo maar op straat worden gezet.
In de laatste jaren hebben opeenvolgende regeringen deze rechten echter verminderd. De huursector is ‘geflexibiliseerd’. Dit betekent dat er veel meer tijdelijke huurcontracten zijn. Huurders kunnen dan zonder opgaaf van redenen op straat worden gezet wanneer het contract afloopt.
Particuliere verhuurders mogen nu altijd een tijdelijk huurcontract aanbieden van maximaal 2 jaar. Na 2 jaar kunnen ze de woning weer verhuren aan een nieuwe bewoner voor een hogere huurprijs.
Woningcorporaties zijn verplicht om huurcontracten voor onbepaalde tijd aan te bieden, behalve in speciale gevallen. Bijvoorbeeld als de bewoner tijdelijk in de stad werkt of studeert, of als de huurder woont onder begeleiding van een hulpdienst of zorgverlener. In zulke gevallen mag de woningcorporatie een tijdelijk contract aanbieden van 2 tot maximaal 5 jaar. Er zijn woningcorporaties die zich daarom vooral richten op starters.
Andere woningcorporaties willen specifieke voorwaarden verbinden aan een vast huurcontract, zoals het afsluiten van een zogenaamd ‘gezinscontract’ voor grotere huurwoningen. Zodra het huishouden kleiner wordt – denk aan echtscheiding – dan verliest de huurder het recht daar te blijven wonen en moet zij/hij binnen een bepaalde periode verplicht verhuizen naar een kleinere woning.
In een stad met grote woningnood zijn huurders blij met de zekerheid van een vaste huurovereenkomst
…
De Federatie Amsterdamse Huurderskoepels (FAH) vindt dit een grove aantasting van de huurbescherming. In een stad met grote woningnood zijn huurders blij met de zekerheid van een vaste huurovereenkomst. Want een nieuw betaalbaar huurhuis is op de korte termijn niet te vinden. Waarom mensen op straat zetten als daar geen andere reden voor is dan een huurcontract dat afloopt of een veranderde gezinssamenstelling? En al helemaal als het gaat om jonge of kwetsbare mensen?
FAH vraagt aan de gemeente en de woningcorporaties om samen met de huurders na te denken over het zo snel mogelijk bieden van méér huurzekerheid. Door de woningnood is Amsterdam het ‘wilde westen’ van de woningmarkt geworden, inclusief huisjesmelkers, vastgoedspeculanten, grote projectontwikkelaars en commerciële Airbnb-uitbaters. FAH is het er niet mee eens dat déze partijen vrij hun gang kunnen gaan, terwijl huurders steeds minder bescherming krijgen.
FAH wil dat de gemeente en de woningcorporaties aan de kant van de mensen staan en niet aan de kant van de markt.
Een andere vorm van huurflexibilisering is de regeling ‘passend toewijzen’. Hierbij kunnen woningcorporaties mensen met de kleinste inkomens alleen nog in de goedkoopste woningen plaatsen. FAH maakt zich hier ernstige zorgen over, omdat dit kan leiden tot ‘armeluisbuurten’ en wooncomplexen waar geen diversiteit meer is. Oftewel gettovorming.
FAH wil liever dat huurders met wat minder geld in gemengde wijken kunnen wonen, waar ze net als hun buren kunnen genieten van een gevarieerde leefomgeving. Dit bevordert de vitaliteit van de stad. FAH wil daarom dat het aantal goedkope en betaalbare huurwoningen evenredig is verdeeld over alle wijken. Dat scheelt de gemeente meteen geld omdat er op deze manier minder ‘ontwikkelbuurten’ komen die extra financiering vereisen.