8 procent van de Nederlandse huishoudens (650.000 huishoudens) kunnen de energierekening niet of nauwelijks betalen. Ze zitten soms in de kou of beperken het douchen tot een minimum. Om deze energiearmoede tegen te gaan is landelijke actie nodig, zegt onderzoeksinstituut TNO.
Het slagen van de energietransitie staat of valt met draagvlak en acceptatie door de samenleving. De een heeft de middelen om zijn of haar eigen woning te verduurzamen door zonnepanelen en een warmtepomp aan te schaffen, terwijl de ander weinig kan verduurzamen omdat de middelen daarvoor ontbreken.
Armoede
Officieel ben je ‘energiearm’ als je meer dan tien procent van je inkomen uitgeeft aan energie. Maar energiearmoede kent vele gedaanten. Onafhankelijk onderzoeksinstituut TNO pleit daarom voor een reeks indicatoren om te kunnen vaststellen of er sprake is van energiearmoede. Indicatoren zijn onder meer een bepaald percentage van het inkomen dat een huishouden kwijt is aan energie, achterstallige betalingen, het slechts gedeeltelijk verwarmen van de woning, het energielabel.
Samenwerking
TNO stelt in het onderzoek ‘Energiearmoede en de energietransitie’ dat er een samenwerking moet komen die het probleem van alle kanten bekijkt. Ook woningcorporaties, energieleveranciers en gemeenten horen in deze samenwerking thuis.
Prioriteit geven
Als dit lukt, ziet TNO mooie kansen voor een boost in de energietransitie. TNO-onderzoeker Koen Straver: “Als je weet op welke plekken mensen in de kou zitten, kunnen gemeenten en woningcorporaties die plekken prioriteit geven bij duurzame renovaties, zoals het beter isoleren van de muren of het plaatsen van dubbelglas. Dat is beter voor het milieu en kan tegelijkertijd stookkosten voor de armste huishoudens besparen.”
Aandacht
De FAH zal aandacht besteden aan dit onderzoek en de ideeën die in dit onderzoek worden geopperd. Ze zal het ook onder de aandacht brengen bij de Amsterdamse woningcorporaties en de gemeente.
Bronnen: